Een zomers Feest met gebalde vuisten op het Willemsplein
Wat zich allemaal heeft afgespeeld kunnen we niet kunnen achterhalen. Maar waarschijnlijk hield vroeger de ongerustheid verband met de zomerse kermis op het Willemsplein, overdag een groot vermaak voor de jeugd, maar vooral in de avonduren ontstonden nog wel eens fikse knokpartijen. Hoe het ook zij, het bestuur van de toenmalige Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer te IJmuiden achtte de zaak ernstig genoeg om in het jaar 1911 een dringend beroep op de burgerij te doen. Toch zich vriendelijk jegens bezoekers van heinde en verre te gedragen, of zoals het in een „adres” aan de bevolking werd uitgedrukt „ om de vreemdelingen die IJmuiden bezoeken met de nodige onderscheiding te behandelen en de naam van IJmuiden hoog te houden.” Het bestuur had zojuist een Gids voor IJmuiden laten maken, En in een oplage van tweeduizend exemplaren voor een dubbeltje per stuk, waarbij uiteraard alles wat de aantrekkingskracht van de plaats maar kon doen uitstralen in fraaie bewoordingen werd geprezen. Die gids maar vooral ook de lange, hete zomer (er viel geen druppel water) leidde ertoe dat velen naar IJmuiden kwamen. Al was het maar om verfrissing aan ons strand te zoeken. De maand augustus was bijvoorbeeld in die tijd de maand bij uit stek om zich een verzetje te gunnen. Dit werd gekenmerkt door een recordaantal „tropische dagen.
Onder het opschrift “Verblijfwezen” werd in de Gids voor IJmuiden ruimschoots aandacht gegeven aan het hotel Augusta dat toen werd geëxploiteerd door de Hr. D. Geus. Andere nuttige adressen waren De Nieuwe Willem Barendsz, aan de Kanaalstraat en Hotel Nommer Een op de hoek van de Kanaalstraat en de Oranjestraat, het laatstgenoemde had kegelbanen een stalhouderij en elektrisch licht. Er werden ook pensions vermeld zoals van T. Dropman, Kanaalstraat 71 en A. Schooten. Kanaal straat 54. Van de café-restaurants die een plaats in de gids kregen stonden deze adressen vermeld, De Brittania van C. JL Gorter in de Visseringstraat no. 4, De Kroon van J. A. Koningsteijn jr. aan de Prins Hendrikstraat „bij de Vissershaven” en het Stations koffiehuis van H. C. L. Keating op de Spoorhoogte. Wat overigens de eerder genoemde kermis betreft, het liep in 1911 toch weer uit de hand. Vandaar ook dat er een „Comité Afschaffing Kermis” werd gevormd. Uit een geschrift van dit comité: „Kennis is een vermaak voor volwassenen dat niet meer past in het raam van onze tijd en uit overwegingen van religieuze en algemeen zedelijke aard onvoorwaardelijk dient te worden afgekeurd.” De actie had succes: in 1912 kreeg IJmuiden inderdaad geen kermis meer, tot ongenoegen van vele IJmuidenaren zodat het tot demonstraties kwam waaraan de politie de handen vol had.
IJMUIDEN MOCHT als vakantie plaats bij een aantal vreemdelingen” enige bekendheid hebben gekregen, het zou tot in de jaren twintig duren voor er van een massaal bezoek sprake was. Dit gold speciaal voor de „dagjesmensen”. De vakantiegangers die hier voor een wat langer verblijf waren hadden in de week bijvoorbeeld aan het strand nog alle ruimte. Ze lieten zich in badhokjes heel gerieflijk in zee rijden, verkleedden zich rustig in die houten bakjes om en maakten vervolgens de duik in het zilte nat van de toen nog zuivere Noordzee. Op mooie zondagen was het kleine strand van IJmuiden echter een gekrioel van jong en oud uit de dichtbevolkte Amsterdamse wijken, mensen die eindelijk weer eens van een dagje frisse lucht en plezier in de golven konden genieten. Het gebeurde in de jaren 1925 en 1926 dat op één zondag zo’n twintigduizend bezoekers elkaar op het strand leken te verdringen. Maar ook de hotels en vooral de pensions deden geleidelijk betere zaken. In 1926, om maar een voorbeeld te noemen, werden er in IJmuiden twaalfhonderd pensiongasten met een gemiddelde verblijfsduur van veertien dagen genoteerd. In een halverwege de jaren twintig verschenen gids van de vereniging IJmuidens Bloei werd de grote belangstelling voor IJmuiden geprezen. Met deze dichterlijke toevoeging:
„EN TELKEN JARE KOMT GE WEER,
GE ONTVLIEDT EEN POOS UIT DE STAD
EN GEEFT DE ZEE DAN ALLE EER.
EN ALS GE DAN WEER SCHEIDEN MOET,
DAN ZINGT GE BLIJ EEN AFSCHEIDSGROET”.
In die tijd behoefde er geen oproep meer aan de bevolking te worden gericht om vriendelijk voor de bezoekers te zijn. Een van de kenmerken van IJmuiden was juist zijn grote gastvrijheid. Een ander kenmerk vormden de zeer billijke tarieven die overal werden berekend. Voorbeeld uit de gids van IJmuidens Bloei: Pension met ontbijt vanaf ƒ 1,25, beleefd aanbevelend E. Fennell, Kamperduin, Bik en Arnoldkade 12. Andere adressen die werden aanbevolen: Hotel J. Post, dagelijks vers gebakken vis, Bik en Arnoldkade 1. Hotel Augusta, toen geëxploiteerd door de Hr. M. Heere, Lunchroom Modern aan de Oranjestraat van de Hr. Jac. Scholder, Vissalon Vessies aan de Kanaalstraat, Koffiehuis De Leeuw aan de Kop van de haven (een heerlijke zitje en ruime serre), het Badhuis List en het paviljoen van de Hr. P. Goedhart en uiteraard ook hotel-restaurant Willem Barendsz onder leiding van J, Oostveen en Hotel Nommer Eén nu geëxploiteerd door de Hr. W L. Kwinkelenberg. Extra aandacht kreeg het Thalia Theater aan de Breesaapstraat het grootste gelegenheid voor het verstrekken van lunches en diners aan grote en kleine gezelschappen. Vraagt conditiën voor het verstrekken van maaltijden en consumpties voor schoolkinderen. Gedurende zomermaanden dagelijks concert en dancing. Nu lachen wij hierom maar bedenk hoe onze kleinkinderen over 100 jaar over ons denken.
(bron Jan van Baarsel)